Prototype van een geslaagde sportvereniging in het Ik-tijdperk
Veel sportverenigingen klagen steen en been. Teruglopende ledenaantallen, weinig kader, vergrijzing en geen instroom van de jeugd. Vereniging Sport Utrecht [VSU] en gemeente zetten alle zeilen bij. Het tovermiddel lijkt de fusie. Maar dat het ook anders kan bewijzen de Tuindorp Stoempers nu al 10 jaar. Hun non-organisatie lijkt het juiste antwoord op de individualisering van onze maatschappij. Niets hoeft, veel kan.
13 Juni 2005
Als het zo koud is als afgelopen zondagmorgen dan draaien de meeste Stoempers zich ook nog liever een keer om. Maar op de vaste tijdstippen van vertrek is er altijd wel iemand waar je mee op kunt fietsen. Als Stoemper rijd je nooit alleen. Eén van de geheimen van de club die geen vereniging is.
Diederik Verheul, de primus inter paris van de club, is een van de oudgedienden. Diederik: “De kern van het succes van de Tuindorp Stoempers is altijd de vrijheid blijheid geweest. Een los verband waarin iedereen op zijn eigen manier zijn weg vond, waar geen verplichtingen bestonden, waar je geen contributie hoefde betalen, maar waar je je wel lekker sportief kon uitleven, en waar je ook nog eens gezelligheid ondervond. Ik zie het eigenlijk als een schoolvoorbeeld van een zichzelf sturende organisatie. In de beginjaren van de club is een stevig fundament gelegd van jongens die het goed met elkaar konden vinden, jongens die er altijd waren op vaste tijdstippen, waar je op kon rekenen. En in zo'n wijk als Tuindorp praat zich dat snel rond. In het huidige jachtige tijdsbestek spreekt dat aan: je kunt je heel individueel gedragen in een sociaal verband met een hoog acceptatieniveau. Tegelijkertijd heb je grosso modo te maken met min of meer gelijkgestemde geesten met eenzelfde, hoog opleidings- en welstandsniveau. Een verband waar je betrekkelijk gemakkelijk aan je trekken komt zonder de traditionele verplichtingen. Dat voelt goed en dat geeft binding, dankzij die vrijheid blijheid.”
Succesvol maar met ups en downs
Succes komt nooit vanzelf. Ook de Tuindorp Stoempers hebben woelige tijden meegemaakt waarin hevig gediscussiëerd werd over de richting van het sportieve vermaak. Eén van de grondleggers van de club is Luuk Emmink. Nog vóór de oprichting van de Tuindorp Stoempers in 1995 reed Luuk in een klein groepje van vaders met kinderen op de Paulusbasisschool in Tuindorp. Samen, op een sportieve manier, genieten van de natuur rond Utrecht met zaterdagse tochtjes van zo'n 80 kilometer. De kleinste weggetjes opzoeken in de polders achter Kockengen of in de bossen op de Utrechtse Heuvelrug. Maar ook het rijden van de toeredities van de grote wielerklassiekers als Omloop het Volk, Waalse Pijl, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik.
Luuk Emmink: “Voor mij is het echt nostalgie. De mooiste herinneringen bewaar ik toch aan die begintijd. Sportief, gezellig en kleinschalig. Voor mij werd het met de groei van de club ook minder leuk. Zo’n collectief krijgt een eigen wetmatigheid.
Daar moet je je in thuis voelen. Met het groter worden van de club, werd er ook harder gereden, het sportieve begon de overhand te krijgen. De laatste keer dat ik met de Stoempers een klassieker heb meegereden, heb ik bijna helemaal in mijn eentje gereden. Ik werd er in het begin vanaf gereden en vervolgens zag ik mijn fietsmaatjes pas terug bij de finish. Tja, dan kun je net zo goed alleen gaan fietsen, dan heeft een club geen meerwaarde meer. Het is mooi dat de club nog steeds bestaat al is de basis is nu heel anders geworden, het sportieve heeft de boventoon gekregen boven het sociale. Ik hoef geen Tour de France meer te winnen, voor mij spelen bij het fietsen andere waarden een rol.”
Ongebonden fietsplezier
Tien jaar samen fietsen in een club met vooral veel ruimte. Niks moet maar er kan veel. Het is Jan van Dijk alle jaren blijven aanspreken. Jan is inmiddels de enige die een heel decennium Tuindorp Stoempers kan navertellen. Jan van Dijk: “Ja, ik ben zogezegd een Stoemper van het eerste uur, ha, ha. Wat bij mij voorop staat is dat dit onverplichte clubverband mij al die jaren verschrikkelijk veel rijplezier heeft gebracht, zowel buiten op het asfalt of in de bossen als binnen op de spinningfiets. Als druk bezet baasje ben ik ook een kind van deze tijd en juist daarom sprak mij de vrijheid binnen het Stoempers-verband zo aan. Zo ben ik bijvoorbeeld vanzelf in de winter fitness en spinning gaan organiseren. Een andere Stoemper pakte het regelen van het crossen in de winter op. We hadden een krantje, een jaarlijks weekeinde, een website, een e-mailbox, we rijden veel buitenlandse tochten. Allemaal onverplicht. maar wel heel leuk en bindend. Vogels van heel verschillende pluimage die zich via dat fietsen ook vonden in wat extra, sociale dingetjes. Je hoefde nooit alleen te fietsen en toch voelde je je nooit verplicht.”
Ook Jan van Dijk heeft de veranderingen in de club zien langstrekken. Met de instroom van jongere, sportieve gasten werd de snelheid belangrijker. Jan van Dijk: “Ja, dat gaat wel eens ten koste van andere elementen. Maar ondanks dat blijft het een club waar je je mee verbonden voelt. Na een periode van wat minder contact kun je altijd de draad weer oppikken. In die zin past zo'n club ook naadloos in deze tijd. Een van onze "leden" heeft laatst een aardig artikel in het blad Fiets geschreven. Een soort sociologische analyse van onze club. Het geschetste beeld van een club die naar een fysieke teamprestatie toegroeit, dat deel ik niet. Ik heb zo mijn eigen agenda. Maar voor mij valt er met de Tuindorp Stoempers voorlopig nog genoeg te winnen in gezamenlijk fietsplezier, zonder dwang en toch met binding.”