Tuindorp Stoempers

arrow-left

Klimmen Monschau Klimmen

Zondagochtend 6.30 uur werd ik thuis (wat een luxe) opgehaald door Nico met zijn BMW 5 serie (nog meer luxe). Nadat de fiets op de heel oude maar zeer degelijke fietsendrager was gezet reden we met z’n drieën (ook Vincent was van de partij) naar Klimmen.

22 April 2012

Tijdens de rit werd er gezellig gekletst. Over dat er maar zo weinig Stoempers meereden (“watjes”), de procenten kans op regen, het aantal laagjes kleding, kopje koffie erbij, “ja lekker” en “nee, ik neem wel thee”, “Ik ben mijn brood vergeten, oh neem er maar één van mij”, “lekker broodje was dat zeg”, “oh, kijk hier waren mijn broodjes, stom zeg”. Het is duidelijk, gezelligheid kent geen tijd en we waren dan ook in “no time” in Klimmen. Snel aankleden, het was koud, toch maar regenjack mee en winterhandschoenen aan. Bordje met nummer en naam was zo gehaald nog een laatste plasje en op weg, richting Duitsland. Na 10 minuutjes was Vincent al lekker ingereden en werd er tempo gemaakt, steeds meespringend met snelle groepjes tot niemand ons meer passeerde. Dat was fijn, koude benen, nog meer dan 100 km te gaan en onze kopman die denkt dat hij met het dinsdagavond rondje bezig is. Na 20 km en de eerste heuveltjes achter de rug riep Nico al naar mij, “hij gaat veel te hard”. Toen we dat bij Vincent herhaalden zei hij alleen; ”maar het gaat zo lekker”.

Bij de eerst ravitaillering na ongeveer 50 km werden we verrast met een enorm stuk vlaai. Nou die ging er goed in, snel nog een krentenbol en een reepje (waarom nou zonder verpakking?) gescoord, plasje en weer verder. Het eerste kleine buitje kregen we daarna over ons heen maar die werd gelukkig al snel gevolgd door een lekker zonnetje. In het zonnetje moest het jasje uit maar zonder zonnetje en in afdaling weer aan. Jasje uit, jasje aan, jasje uit... ik hield hem uiteindelijk maar gewoon aan en had het dan maar iets warmer.

De Eiffel was bijzonder mooi met veel bos, mooie afdalingen en vlakke lange stukken over oude rails (dat zag Nico natuurlijk) waar ze gelukkig een mooi stukje asfalt overheen hadden gelegd.

Bij de 2e ravitaillering begon het hard te regenen en vervolgens te hagelen. Wij zaten net op tijd droog dankzij Nico maar gingen na de bui snel weer op pad, we kregen het koud. Niet lang na de stop kwamen we aan de voet van een serieuze klim, 1,5 km lang, die we beklommen met onze kleinste versnelling. Helaas voor Nico was het met zijn 25 een stuk zwaarder dan voor de 27 van Vincent en mij. Dit was de eerste heuvel waar ik niet als laatste bovenkwam. Hijgend kwam Nico boven met; “mijn tellertje gaf 16% aan op sommige stukken. Het was zijn eerste 150’er en dan is alles boven de 100 natuurlijk extra zwaar. Met mooi uitzicht en lekker zonnetje werd de afdaling ingezet en ging het verder door de bossen van de Eiffel. “Even een foto, jongens, voor de Stoempersite” en weer verder. Mijn benen werden steeds beter, iets dat ik meestal heb bij langere tochten.

Of dat nu komt doordat ik mijn krachten beter verdeel of beter eet en drink weet ik niet goed maar bij deze tocht was het toch wel een erg groot verschil. Waar ik Nico en zeker Vincent normaal gesproken voor moet laten gaan op de steile klimmetjes kwam ik nu als eerste boven. Nu weet ik hoe een Vincent, Patrick of Reinier zich voelen als ze weer eens “king of the hill” zijn. Ik moet zeggen, dat voelt lekker, ik moet toch maar eens wat kilo’s gaan afvallen. De laatste 20 km jutte Vincent en ik elkaar als jonge honden op bij het heuvel op sprinten. Vervolgens bovenop “we lijken wel gek” roepen en de volgende heuvel het nog eens over doen. Nog een allerlaatste regenbui, nog een heel steile puist over en de laatste kilometers rustig uitfietsen. Dan na 155 km verzint de organisatie het om de laatste 100 meter door een weiland te laten rijden. Nico kon nog lekker doorrijden, Vincent stapt na 25 meter af en ik moest al na 1 meter stoppen, kreeg mijn voet niet los van het pedaal en viel zijwaarts in de heg, natuurlijk wordt je dan nog even lekker uitgelachen door toeschouwers om vervolgens dan maar lopend de laatste meters af te leggen. We kregen bij de finish alweer zo’n enorm stuk vlaai aangeboden. Ik nam een stuk aan en Vincent moest al bijna kotsen bij de aanblik ervan. Uiteindelijk heb ik er maar 2 happen van genomen. De colaatjes smaakten goed zo lekker in de zon en met een tevreden maar vermoeide glimlach gingen we na een kwartiertje richting die lekker ruime BMW en zoefden we naar huis. Volgend jaar weer Nico, Vincent, rest van de Stoempers?


René van Kessel