De Queeste naar de veilige pignon
Koud aangekomen in Malaucène na elf uur in de auto sloeg de paniek toe! Ik had dacht ik aan alles gedacht, nieuwe banden, nieuwe binnenbanden zonder plakkers (want die zouden kunnen smelten bij het remmen), nieuwe remblokken, nieuwe cassette en nieuwe ketting.
15 Juni 2005
Maar nee, een essentieel onderdeel had ik in mijn beginners argeloosheid over het hoofd gezien. Ik ging koffers uitpakken, maar alle snelle jongens gaven prioriteit nummer een aan het monteren van een 28! Wielen eraf, cassettes los en uit elkaar.
Vanaf dat moment was mijn serene gevoel compleet weg. Hoe moest ik nou, toch al niet de snelste uit de groep, over een week bovenop het Monster komen, als al die flitsende en vooral snelle jongens een 28 monteerden?
Eerst maar eens losrijden. Maandag rondje Ventoux via de noordkant, eerste verkenning, soepel tempo, redelijk warm. Onderweg nog telefonisch onderhandelen over de wet Ammoniak en Veehouderij op de col de Veaux. Heerlijk op een terras in Sault geluncht waar Coja ons opwachtte, met uitzicht op de Ventoux. En dan toch die lokroep. Erop, naar Chalet Reinard. Nou is dat wel de prettige kant, dus in een rustig tempo met Paul en Ruud naar boven. Het ging steeds lekkerder, en een paar kilometer voor Chalet Reinard lukte het zelfs om het tempo op te schroeven naar 25 km/u op het vals plat!. Met wat calorieën, opgedaan in Chalet Reinard was de keuze tussen afdalen en over de col de la Madeleine terug, op over de top snel gemaakt. Toch maar met de 23!
Klimmen blijft toch een kwestie van trappen, en zolang je niet stilstaat ga je vooruit. Ook met een 23, al is het met 6 per uur, als die maar rond gaat. Dus kwam ik toch boven, af en toe Dick (26!) inhalend als hij weer de vergezichten vastlegde op de gevoelige plaat. Paul moest de stop bij Chalet Reinard bekopen met een enorme inzinking en kwam met de morele support van Ruud toch nog boven. Een vriendelijke Duitse was bereid om onze heldendaad collectief op de chip van Dick z’n toestel te verankeren, toen het weer plotseling omsloeg. De Mistral blies opeens flarden van wolken naar boven. Het eerste stukje van de afdaling naar Malaucène was best lastig met die wind, maar daarna is het genieten: brede weg, goed asfalt, overzichtelijke bochten!
De volgende dag begon de Queeste naar de Roue de Secour! Paul wilde naar de Decathlon in Avignon. Met Ruud aan het stuur, voortgestuwd door de Mistral zetten we koers naar Avignon, achter de metaalblauwe bolide van Jaap. De Décathlon biedt veel maar geen 28! Als je er toch bent wordt er wel gescoord: bidons van een liter, stieken cadeau’s voor de komende verjaardag van Pieter, terwijl hij vakkundig wordt afgeleid. Op dat industrieterrein is nog een fietsenzaak, maar ook daar helaas alle Ultegracasettes met een 27 zijn net deze week verkocht. In Avignon zou nog een zaak zijn aan de Route de Marseille ….
Dus maar lunchen in Avignon, op een pleintje, met veel vermaak met de bediening. En daarna, gelaafd met een heerlijke maaltijdsalade, gearroseerd met een rosé de route de Marseille op. Niets te vinden, en we zijn al 10 km op deze weg als een bluwe streep ons voorbijschiet en tot stoppen dwingt met de mededeling van Jaap of we soms een fietsenzaak zoeken, want zij hadden er wel een gezien tiem kilometer geleden …. Helaas ook daar geen pignon! En dus onverrichter zake naar Malaucène terug.
Maar de Stoempersolidariteit kent geen grenzen. Terwijl Ruud Paul en ik in Carpentras nog een poging wagen om een fietsenzaak te vinden belt Jaap ons op, dat hij in Carpentras in een fietsenzaak staat met een keur aan tandwieltjes tot aan de 30 toe! Zonder te weten waar hij was loodste hij ons er telefonisch naar toe. Route du Ventoux, kon het anders?
Voor een kleine dertien euri ruimden de 14 en de 20 plaats in voor een 26 en 28! Een grotere opkikker voor de moraal kun je niet wensen!
Na terugkeer werd de tijd nog nuttig besteed aan een korte verkenning van de col de la Chaine en de col de Suzette, zaterdag de laatste kilometers naar Beaume de Venise. Vandaaruit naar Bedoin en via de col de la Madeleine weer naar huis. Toch weer een paar kilometers geijkt voor de wetenschappelijke voorbereidingen van Jaap op het rijschema! De gegevens werden
die avond ingevoerd en het programma nog verder uitgewerkt.
Woensdag was een trois vitesses dag. De flitsend snelle jongens gingen hun benen testen voor het echte werk, de klim (en afdaling) via Bedoin! Ruud en Paul zouden hun leven wagen om dit op de video te vereeuwigen. Coja en ik gingen naar de plaatselijke marché (een verademing buiten het seizoen) om een lokale geschenkenmand te vullen voor onze thuisgebleven organisatoren Frans en Mark. Alle geneugten van de Provençaalse cuisine passeerde daar de revue, aangevuld met een proeverij van saucissons sec (ook ezel en hert!).
De cappuccino smaakte onder de platanen ook heerlijk. Nadat de helden zonder kleerscheuren (of is de inzinking van Edo een kleerscheur?) terug waren van de Ventoux, met een nieuwe Stoempersrecord van 1 uur 32 minuten voor Frank (helaas Vincent, je bent uit de boeken gereden!), toch nog de beentjes van de deuxième vitesse gestrekt in de Gorges de la Nesque. Prachtig parcours, rustig omdat de weg was afgesloten vanwege een instorting waar je op de fiets wel langs kon.
Donderdag steeg de spanning. Eerst luidruchtig gevierd dat Pieter weer een jaar ouder was geworden. Lunch in Beaume, nummers ophalen, Daarna in de schaduw fietsen poetsen, sleutelen, stellen, zadels millimeters omhoog of omlaag, toch even naar Carpentras omdat Edo nu zenuwachtig werd en absoluut een dertig moest hebben, voor Paul nog een 28 gescoord! Ook het programma nogmaals doorrekenen met de vermoeidheidsfactor van Henk erin verwerkt. Op basis van het te leveren vermogen was de conclusie dat Paul in een surplace zou blijven steken of achteruit terug zou rollen naar Bedoin, waarop hij acuut overwoog om zijwieltjes te gaan monteren.
Na een voedzame maaltijd vroeg naar bed om energie op te bouwen voor de grote uitdaging.
Vroeg uit de veren, het weer werkt mee: geen wind, relatief koel om te starten. Eindeloos nog trutten met wat je wel en niet meeneemt, zal het koud zijn of niet? Hoeveel moet je drinken. Coja laadt ondertussen 12 zakken met persoonlijke ravitaillering in voor de speciale Stoempers ravitaillering, in Malaucène.
De start, drie vakken van 500 fietsers, staan en wachten tot het verlossend startschot komt. De meeste Stoempers verdwijnen snel uit het zicht. Paul en ik hebben ons voorgenomen om in rustig tempo te starten.Ruud zou ook met ons meerijden, maar krijgt, net als Dick na een paar kilometers al de kriebels en verdwijnt ook uit het zicht.
Bedoin, en dan de beruchte marmeren streep. De eerste kilometers draaien soepel, her en der groepjes die we passeren of die ons passeren, tot aan de eerste bocht, meteen maar de 26 erop en in rustig tempo naar boven. Het valt niet tegen! Keuvelend met de mensen om ons heen gaat het lekker door. Paul beweert dat als je kan praten je aëroob blijft, dus dat heb ik maar volop gedaan. Best gezellig en een keur aan franse regio’s waarmee je onderweg kennis maakt. De temperatuur is dragelijk en het water is bij Chalet Reinard nog niet op. Ook naar de top de 28 maar enkele keren aangesproken, een echte roue de secours dat je toch niet zoveel gebruikt, maar wel lekker om te hebben. Dat merkte ik toen Dick bij het monument weer in zicht kwam, en ik hem bij de col des Tempêtes zelfs inhaalde. Op macht schoot hij toch weer even voorbij, maar in de afdaling kon ik hem weer inhalen. De top bereikte ik na 2.04, niet gek vond ik zelf. Lekker tempo, mijn maximum schrijf ik maar niet op om het thuisfront niet te verontrusten. Kop over kop met Paul naar beneden gescheurd en bij Coja even bijgetankt met drinken en eten. Tja, wat neem je dan wel en niet mee, Chalet Reinard is nog ver, maar de zakken zitten ook vol.
De klim naar de col de Veaux loopt ook nog soepel. Dick pikt weer aan en gaat weer voor ons rijden, tot hij problemen heeft met zijn zadel.
Samen met Paul verder, lekker tempo tot de kramp bij mij toeslaat in een vlak stuk nota bene! Paracetamol doet na enige tijd wonderen maar ik moet Paul laten gaan. Die zie ik pas weer terug bij het waterpunt voorbij Sault. Alleen rijden is maar alleen. Aarzelen, wel of niet op Dick wachten, maar na een paar minuten toch maar weer opgestapt. De klim gaat weer lekker, herlijk in een kadans naar boven. Als Paul het even niet ziet zitten is de melding dat we het vals plat naderen voor hem weer als doping. Ik kom dan opeens de man met de hamer tegen, een echter fringale, hongerklop. Duizelig, papbenen, noem maar op, met 5 per uur sleep ik mij naar Chalet Reinard, waar ik nog een rondje moet rijden omdat ik het chippoortje voorbijrijd! Met mortadelle en heel veel dadels zijg ik neer. Paul moet maar alleen verder, dan kan hij zilver halen. Ik wacht wel op Dick. Het wachten en vooral de dadels doen mij goed. Als Dick komt voel ik mij als herboren, vol energie. Als bakstenen vallen we naar beneden naar Bedoin, een heerlijk afdaling, geen verkeer. Maar de Mistral blaast nu wel vol op kop, en ik wacht op Dick om samen de col de la Madeleine aan te vallen.
Die loopt weer lekker, en ik berken opeens dat zilver er nog in zit als ik fors doorfiets. Dick moet lossen en dus ga ik alleen door. De col de la Chaine valt nu mee en ik vlieg over de col de Suzette, daarna denderen naar beneden naar Beaume. Steeds vrolijker, bijna uitgelaten. Op de finish enthousiaste begroeting van een vrolijke schare Stoempers. Zilver, ondank twee inzinkingen!
Opgefrist, in de auto kruisen we op de terugweg een eenzame fietser met een hele colonne erachter: voiture balai (met uitvallers), koersbegeleiding etc. Hij is bijna op de col de Suzette en we kunnen hem geruststellen over de laatste kilometers.
Het afsluitend diner op een schaduwrijk terras in Malaucène (door Coja verkend en gereserveerd) is een fantastische afsluiting, waarbij de we organisatoren telefonisch laten meedelen in het succes (veel goud, zilver en brons!).
De Queeste was ten einde, au revoir La Ventoux (en ook le Ventoux).